Een quilt-rol is een lange lap die is opgebouwd uit allerlei verschillende patronen, technieken en evt. afbeeldingen.
Het afgelopen seizoen heb ik zelf een quilt-rol ontworpen en gemaakt.
Als eerste, bovenaan mijn rol, zie je het patroon:
Slakkenspoor/Snail trail.
Je begint met 4 blokjes in het midden.
Dan naai je de stukjes die steeds tegenover elkaar liggen er om heen.
Je moet dan een beetje letten op lichte en donkere stoffen.
Het geeft een leuk effect.
Als tweede zie je hierboven het patroon:
Bow Tie/ Vlinderstrik.
Het is een oud en traditioneel patroontje.
Het heeft een centraal vierkant in het midden wat er ingewikkeld kan uitzien.
Het wordt ook wel een 3d strikje genoemd.
Het bestaat uit 5 even grootte vierkante lapjes:
Twee kleuren voor de achtergrond en een kleur
voor het midden.
Het leuke is dat je voor het naaien maar 3 rechte stik-lijnen nodig hebt.
Als derde patroon zie je hieronder de
vingerhoedjes/ tumblers.
Met behulp van een malletje knip je uit verschillende stoffen het patroontje.
Daar naai je rijtjes van.
Die rijtjes zet je weer aan elkaar tot een lap.
Als vierde patroon zie je hierboven de
OHIO ster.
Ohio Star blokken zijn te herkennen aan drie rijen van blokken.
De hoeken en de middelste blok bestaan uit een vierkantje van stof.
De andere blokken zijn gemaakt van kwart-gesneden driehoeken.
Aan elkaar genaaid, creëren ze een stervorm.
Dit patroon werd al in 1800 gebruikt.
Het vijfde patroon zijn 3 klosjes.
Leuk om te naaien en ze evt een slag te draaien.
Je moet goed kijken om te zien of ze rechtop staan of horizontaal liggen...
De moeilijkheid zit hem in het verstek naaien: de schuin gestikte hoeken.
Als zesde patroon de vliegende ganzen.
Je kunt veel variaties maken
met de driehoeken.
Je kunt ze in rijen naaien en
verwerken als een rand, of er een patroon
van maken en blokken naaien.
De eerste vliegende ganzen patronen komen uit 1894.
Onder de vliegende ganzen hebben we de log cabin/ blokhut.
De eenvoudigste techniek voor het maken van patchwork is
het zogenaamde 'log cabin' blokje.
Dit is een techniek waarbij de patronen op een ondergrond getekend en vastgenaaid worden. Er kan met de hand of met de naaimachine worden gewerkt.
Het patroon ontstaat door contrastverschil in beide helften van het blokje.
Het middelste rode blokje staat symbool voor de houtkachel.
Dan hebben we hieronder het
Engels Patchwork/Engelse paper piecing.
Engels Patchwork met papieren malletjes werden ook al vanaf de vroege 18de eeuw voor decoratief patchwork gebruikt.
Een mal van een zeshoek knip je uit karton en deze leg je op de stof.
Dan rijg je de stof strak om de randen heen.
Daar naai je rijen van. Dit doe je met de hand.
Van die rijen naai je een lap.
Als negende patroon zie je hierboven het:
Dronkemanspad.
Deze bestaat uit 2 patroon delen. Eén met een holle kant en één met een bolle kant. Goed spelden en over de lijn naaien, dan krijg je een mooie ronding.
Er zijn oneindig veel mogelijkheden met deze 2 malletjes om van de blokjes patronen te maken.
Dan hebben we hieronder een groot patroon. Deze had ik altijd al eens willen maken:
Bargello.
Een heel gepuzzel. Stroken stof worden aan elkaar genaaid en die banen worden dan in stukken van verschillende breedtes gesneden.
Smalle stukken stof geven dan steile golven en bredere stroken wat meer glooiende lijnen. Het is mooi als de kleuren van licht naar donker verlopen.
Klinkt misschien als abracadabra. Je moet je koppie er wel bij houden en gewoon een keer doen!
Dan hebben we de: Caleidoscoop.
De caleidoscoop is een van de meest interessante quiltfiguren.
Dat komt omdat je werkt met alleen rechte lijnen en hoeken.
Het eindresultaat geeft de illusie dat er ronde vormen zijn.
Om dit effect te bereiken moet je elk blok heel precies in elkaar zetten.
Ik heb het op een ondergrond van vlies genaaid.
Als laatste ben ik geëindigd met
Prairie Points / Gevouwen driehoeken.
Prairie punten bestaan al heel lang.
Veel quilters gebruiken ze om een rand van een quilt mee te versieren,
maar je kunt ze ook in je quilt verwerken.
Ze worden gevouwen van een vierkant stukje stof.
Je kunt ze in verschillende maten maken en ermee variëren.
Je kunt ze naast elkaar plaatsen of laten overlappen.
Veel quilters gebruiken ze om een rand van een quilt mee te versieren,
maar je kunt ze ook in je quilt verwerken.
Ze worden gevouwen van een vierkant stukje stof.
Je kunt ze in verschillende maten maken en ermee variëren.
Je kunt ze naast elkaar plaatsen of laten overlappen.
Ik heb ze op 2 verschillende manieren gemaakt.
Het was heel erg leuk om dit bij elkaar te maken en te ontwerpen.
Je kunt het opgerold wegleggen/ bewaren of neerleggen of ophangen.
Die van mij hangt aan de zijkant van de kast.
Er zijn nog zoveel leuke andere patronen.
Je kunt er mee doorgaan zolang je zelf wilt.
Je kunt het patroon bij me bestellen als je interesse hebt.
Groetjes
Harma.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten